In een rapport dat vandaag verschijnt waarschuwt de WRR dat Nederland onvoldoende is voorbereid op de impact die AI zal hebben op onze maatschappij. Volgens de WRR gaat AI ons leven fundamenteel veranderen. De raad noemt gebruik van AI in uiteenlopende toepassingen: van gezichtsherkenning tot vertaalapps, van medische diagnoses tot anticiperen op criminaliteit, en van fraudebestrijding tot het beïnvloeden van wat we kopen, lezen en stemmen. En dat is nog maar het begin, zegt de WRR: Als Nederland zich op deze fundamentele verandering niet goed voorbereidt, is er niet alleen het risico dat kansen worden gemist, maar ook dat de samenleving opgescheept wordt met een technologie die onze belangen niet dient.
De WRR betoogt dat AI een systeemtechnologie is, te vergelijken met elektriciteit en de verbrandingsmotor. Een systeemtechnologie heeft een langdurige en grootschalige invloed en niet te voorziene effecten. Daarom is een integrale aanpak vereist, met intensieve betrokkenheid van de overheid. De WRR onderscheidt daarbij vijf opgaven:
• De beeldvorming over AI is vertekend door misplaatste angsten en overspannen verwachtingen. AI is geen kwaadaardige robot maar ook geen oplossing voor alles. Een realistische beeldvorming (demystificatie) helpt teleurstellingen voorkomen en kan ervoor zorgen dat burgers de goede kanten van de technologie durven omarmen. Algoritmeregisters kunnen bijvoorbeeld het brede publiek inzage geven in AI-gebruik en daarmee het debat over AI stimuleren.
• AI vereist aanzienlijke veranderingen op de werkvloer, in de vaardigheden van werknemers en de bredere technische omgeving. Op dergelijke aanpassingen moet dus ook voldoende worden ingezet om te zorgen dat de technologie in de praktijk gaat werken (de opgave van contextualisering). Daarbij is het belangrijk dat Nederland inzet op een eigen ‘AI-identiteit’, bijvoorbeeld op het terrein van logistiek en landbouw.
• Verder is maatschappelijk tegenspel nodig om te voorkomen dat de belangen van grote bedrijven dominant zijn bij de ontwikkeling van AI en sommige bevolkingsgroepen worden uitgesloten. Het maatschappelijk middenveld moet daarom worden betrokken (engagement). De overheid kan hieraan bijdragen door een goede terugkoppeling te organiseren tussen de ontwikkelaars van AI, de gebruikers en burgers die er de effecten van ondervinden.
• De overheid moet de kaders scheppen waarbinnen AI zich ten goede kan ontwikkelen (regulering). Regulering van AI is nodig om te verhinderen dat de gevaren van massasurveillance en machtsconcentratie de positieve bijdrage van AI gaan overschaduwen. Het is urgent dat de overheid een visie ontwikkelt op onze digitale leefwereld.
• Ten slotte is ook de internationale positie van Nederland in het geding. Het is nodig om het verdienvermogen en de veiligheid van ons land te garanderen, in een wereld waarin AI steeds belangrijker gaat worden (positionering). Nederland moet in samenwerking met andere Europese landen AI-toepassingen en een goede infrastructuur voor AI ontwikkelen en zich inzetten voor wereldwijde regels en standaarden vanuit een geïntegreerde ‘AI-diplomatie’.
De geschiedenis leert dat bij alle systeemtechnologieën gaandeweg de rol van de overheid groeit. De regering dient zich daarop nu al voor te bereiden. De WRR adviseert de regering te beginnen met het oprichten van een AI-coördinatiecentrum, dat politiek verankerd is via een ministeriële onderraad. Door nu in actie te komen op de vijf opgaven kan Nederland de vruchten plukken van AI – de elektriciteit van de 21e eeuw.