Sociale robots, in combinatie met kunstmatige intelligentie, zouden in de toekomst kunnen bijdragen aan het verminderen van het groeiende eenzaamheidsprobleem. Dat is een van de conclusies uit een nieuw onderzoeksrapport van wetenschappers van de Universiteiten van Auckland, Duke en Cornell.
In het rapport, gepubliceerd in de editie van 12 juli van Science Robotics, worden enkele ethische aandachtspunten geschetst. Overheden, beleidsmakers, technologen en clinici worden aangemoedigd om snel te werken aan richtlijnen over vertrouwen, autonomie, betrokkenheid en effectiviteit in de echte wereld.
Hoewel echte menselijke vriendschap nog steeds als de beste oplossing voor eenzaamheid wordt gezien, kunnen robots een oplossing bieden voor miljoenen mensen die geïsoleerd leven. “Totdat onze maatschappij prioriteit geeft aan sociale verbondenheid en zorg voor ouderen, zijn robots een oplossing voor degenen die geen andere uitweg zien”, aldus professor Murali Doraiswamy van de Duke University.
Sociale isolatie is een probleem dat niet lichtvaardig opgevat mag worden. Uit onderzoek blijkt dat het aantal Amerikanen zonder hechte vrienden sinds 1990 verviervoudigd is. Dit kan leiden tot ernstige gezondheidsrisico’s zoals mentale ziekten, obesitas, dementie en zelfs een vroegtijdige dood.
Kunstmatige intelligentie biedt boeiende mogelijkheden om sociale robots uit te rusten met vaardigheden die menselijke interactie bevorderen, stelt professor Elizabeth Broadbent van de Universiteit van Auckland. Wel waarschuwt ze dat er regels nodig zijn om te garanderen dat deze robots moreel en betrouwbaar blijven.
Sociale robots zoals de ElliQ hebben al duizenden interacties met mensen gehad, veelal gericht op het bieden van gezelschap. Nieuwere robots, uitgerust met geavanceerde AI-programma’s, kunnen mogelijk sterkere sociale verbindingen met mensen aangaan dan eerdere generaties van robots. Dit is deels mogelijk gemaakt door generatieve AI, zoals ChatGPT, die het mogelijk maakt voor robots om spontanere gesprekken aan te gaan en zelfs de stemmen van overleden geliefden na te bootsen.
Het meten van de impact van een robot blijft echter complex. Het ontbreken van concrete meetmethoden onderstreept de noodzaak om patiëntgerichte beoordelingsmaatregelen te ontwikkelen. De door de auteurs ontwikkelde “Companion Robot Impact Scale” (Co-Bot-I-7) zou hier verandering in kunnen brengen.
De onderzoekers concluderen: “Met de juiste ethische richtlijnen kunnen we voortbouwen op het huidige werk om met behulp van robots een gezondere samenleving te creëren.”