In de hedendaagse kunst is angst voor algoritmen een belangrijk onderwerp; werkprocessen waar geen menselijke hand meer aan te pas komt, filterbubbels, nepnieuws of door algoritmen aangestuurde politieke verkiezingen. Wat zijn de onderliggende aannames en overtuigingen van deze angsten? Patricia de Vries, onderzoeker en projectcoördinator bij het Instituut voor Netwerkcultuur van de Hogeschool van Amsterdam, beantwoordt deze vragen in haar proefschrift ‘Algoritmeangst in hedendaagse kunst: een kierkegaardiaans onderzoek naar de verbeelding van mogelijkheid’. Op donderdag 11 juni 2020 verdedigt zij haar proefschrift aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Vaak hangen we de oorzaak van onze angsten op aan iets dat buiten onszelf ligt. Want zoals hoogtevrees niet over hoogte gaat, zo heeft angst voor algoritmen geen directe betrekking op algoritmen. Uit het onderzoek van De Vries blijkt dat de angst voor algoritmen voor een belangrijk deel voortkomt uit bepaalde opvattingen, ideeën en breed gedragen waarden over wat de mens is, wat kennis is en wat de werkelijkheid behelst. In debatten over ontwikkelingen van het gebruik van gezichtsherkenningsalgoritmen, handelsalgoritmen en zoekmachine-algoritmen leeft het idee dat algoritmen deze opvattingen en waarden ondermijnen.
Welke veranderingen brengen algoritmen?
De Vries grijpt terug naar het werk van de Deense filosoof Søren Kierkegaard – een van de eerste theoretici van angst – om de onderliggende ideeën en overtuigingen van ‘algoritmische angst’ te onderzoeken en kritisch te analyseren. Door angsten buiten onszelf te plaatsen, verliezen we wat eraan ten grondslag ligt uit het oog. Kierkegaards punt is sterk en nog altijd actueel: angst heeft te maken met ideeën over menselijke individualiteit, onafhankelijkheid, rationaliteit en de kenbaarheid van de werkelijkheid. Bovendien laat het zien hoe je je tot veranderingen op deze gebieden verhoudt.
Hoe kunst ons kan helpen bij algoritmeangst
De Vries stelt in haar proefschrift dat als we de wereld van algoritmen en het denken over onszelf als diep verstrengeld zien, we er met meer nuance naar kunnen kijken en weerstand kunnen bieden aan de verlammende werking van algoritmeangst. Kunstpraktijken kunnen helpen door de algoritmeangst te verbeelden, maar ook door te wijzen op verschillende manieren om met deze angsten om te gaan. In de kunstpraktijken die De Vries onderzocht, wordt gewezen op de kracht van gemeenschap, wederkerigheid, collectiviteit en onderlinge afhankelijkheid. In haar proefschrift gaat zij hier dieper op in.