Onderzoek naar hondengedrag dat hun baasjes als belangrijk beschouwen voor de band met hun huisdieren kan een inspiratiebron zijn voor sociale robots, zeggen onderzoekers van de Universiteit van Glasgow.
Robots met sociaal gedrag zijn een mogelijke oplossing om eenzaamheid van mensen te verminderen. Maar gezien de moeilijkheid om robots te maken die zich als mensen gedragen, en de bekende voordelen van de band tussen eigenaren en hun honden, onderzoeken sommige onderzoekers de mogelijkheid om op honden geïnspireerde robots te ontwikkelen die vergelijkbare banden met mensen kunnen vormen. Dit streven vereist echter een dieper begrip van specifiek hondengedrag dat de band tussen mens en hond faciliteert.
Om dieper inzicht te krijgen in de banden tussen mens en hond, voerden Riddoch en collega’s een enquête uit onder 153 hondenbezitters. Ze stelden de deelnemers open vragen over welk hondengedrag volgens hen vooral belangrijk was bij het aangaan en behouden van hun band met hun hond.
Eigenaren beschreven een breed scala aan belangrijke gedragingen, zoals het aanstoten van de eigenaar met een poot of terugkijken naar de eigenaar tijdens wandelingen, wat de perceptie leek te vergemakkelijken als de hond beschermend is of contact opneemt met de eigenaar. Bij het analyseren van de reacties identificeerden de onderzoekers 7 kerncategorieën van gedrag waarvan eigenaren vonden dat ze belangrijk waren: afstemming, communicatie, consistentie en voorspelbaarheid, fysieke genegenheid, positiviteit en enthousiasme, nabijheid en gedeelde activiteiten.
De onderzoekers suggereren dat het opnemen van dit soort gedrag in robotsystemen zou kunnen helpen bij de ontwikkeling van robots die mensen dezelfde vervulling en voordelen voor de geestelijke gezondheid bieden als een band met een hond. De volgende stap, zeggen ze, zal zijn om experimenten uit te voeren waarbij mensen interactie hebben met robothonden die zijn geprogrammeerd om zich als echte honden te gedragen.
Ondertussen zou ander onderzoek de band tussen hond en mens verder kunnen onderzoeken, bijvoorbeeld door variaties in voorkeuren voor hondengedrag te onderzoeken bij mensen met verschillende achtergronden en demografische gegevens.
De auteurs voegen toe: “Door een kwalitatieve benadering te gebruiken, hebben we een diep en genuanceerd begrip gekregen van de dingen die mensen zo vertederend vinden aan onze hondenvrienden. Hoewel het niet eenvoudig zal zijn om de meeste van dit gedrag op robots te modelleren, biedt dit werk nieuwe en opwindende inzichten voor degenen die werken aan de ontwikkeling van huisdierachtige technologieën.”