Nederland organiseert volgende maand de grootste luchtverdedigingsoefening van Europa, waarbij vijftien NAVO-bondgenoten zich voorbereiden op luchtaanvallen. Tijdens de tweejaarlijkse oefening Joint Project Optic Windmill (JPOW), die van 17 tot en met 27 maart plaatsvindt op de Luitenant-generaal Bestkazerne in Vredepeel, worden verschillende luchtverdedigingssystemen geïntegreerd om gezamenlijke verdediging te optimaliseren.
Een belangrijk onderdeel van de oefening is de bestrijding van onbemande autonome systemen, waaronder drones. In het scenario is dronedreiging expliciet opgenomen, waarmee de oefening inspeelt op de groeiende inzet van onbemande systemen in moderne conflicten. Deelnemende eenheden zullen beschermende koepels creëren met behulp van radar- en raketsystemen om diverse luchtdreigingen, waaronder drones, te neutraliseren.
JPOW wordt grotendeels in het virtuele domein uitgevoerd, maar elk systeem in het scenario is minimaal één keer fysiek aanwezig. Voor het eerst doen de nieuwe NAVO-lidstaten Zweden en Finland mee. De samenwerking tussen de verschillende systemen vereist niet alleen hardware-integratie, maar ook uniforme software, procedures en communicatieprotocollen.
Naast het afweren van vijandelijke luchtaanvallen richt de oefening zich ook op de verdediging van luchtverdedigingssystemen zelf. Dit omvat bescherming tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen, evenals de verdediging tegen onbemande aanvallen. Door alle beschikbare middelen te koppelen, kunnen de deelnemende landen efficiënter reageren op dreigingen en hun geavanceerde verdedigingssystemen strategisch inzetten.