AI is één van de bepalende technologieën van de nabije toekomst en het is daarom zaak dat Nederland hierin investeert. Het goede nieuws is dat AI hoog op de agenda staat bij de overheid. Minder goed nieuws is dat de invulling van de huidige plannen niet genoeg is om het echt succesvol te maken.
De onderliggende infrastructuur die AI mogelijk maakt blijft vooralsnog buiten beschouwing. AI vereist cloud, en clouds met voldoende volwassen AI functies zijn alleen te vinden bij enkele grote Amerikaanse en Chinese aanbieders. Michiel Steltman, directeur van de Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL) pleit daarom voor beleid rond cloud, om daadwerkelijk het potentieel van AI voor de Nederlandse economie te benutten.
Benelux Assemblee
Enige tijd geleden sprak Steltman op uitnodiging van Tweede Kamerlid Jan Middendorp (VVD) in de Benelux Assemblee. Middendorp houdt zich onder meer bezig met Digitalisering in het kader van grensoverschrijdende samenwerking. Steltman sprak namens de Nederlandse digitale sector de aanwezige internationale parlementsleden toe. Hij ging bij zijn presentatie onder meer in op de kansen en uitdagingen rond AI.
Innovatie
“AI wordt door de Nederlandse politiek gezien als één van de hoekstenen van de digitaliseringsstrategie. Het is een belangrijke motor voor innovatie en nieuw economische beleid. AI is bij uitstek een instrument waarmee bedrijven kunnen innoveren, en een voorsprong kunnen opbouwen op hun concurrenten. En voor Nederland biedt het een mogelijkheid om de digitale koploperpositie vast te houden.”
Brede aanpak
Om het volle potentieel van AI te benutten pleit Steltman voor een brede aanpak, waarbij vooral niet de infrastructuur vergeten moet worden. “Wat veel mensen over het hoofd zien, is dat AI een fenomeen is dat niet bestaat zonder cloud. Wanneer je nu iets wil doen met AI kun je niet om één van de grote partijen heen: Google, Amazon en Microsoft, of AliBaba. Zij hebben de clouds waarin je de algoritmes van AI kunt laten draaien. Met on premise infrastructuur of de clouds van kleinere spelers heb je lang niet voldoende basisvoorzieningen om serieuze AI-toepassingen te kunnen maken.”
Gezichtsherkenning
Steltman vervolgt: “Met de clouds van de grote merken kun je snel AI-toepassingen maken, met vooral de benodigde rekenkracht en kant-en-klare algoritmen. Bits of Freedom maakte laatst als experiment in een paar uur een gezichtsherkenningssysteem in de Cloud van Amazon, zo makkelijk is het. Dat lukt een gemiddeld bedrijf met in eigen beheer nooit. AI leunt dus op cloud, maar dus ook met het daarmee verbonden ecosysteem van datacenters, connectiviteit en internetknooppunten. Daarom kun je ook de discussie over connectiviteit niet los zien van AI. Als je niet goed en snel veel data kunt verplaatsen tussen apparaten, sensors en clouds kun je de die data niet verwerken. En AI vereist ook veel rekenkracht. Al die ingrediënten zijn belangrijk.”
Ecosysteem
Kortom, AI vereist alle lagen in het digitale ecosysteem. “Je kunt het niet zien als een op zichzelf staand fenomeen. Het is een technologie die nu een hoge vlucht neemt omdat de cloud dit mogelijk maakt. Want AI op zich bestaat al even, maar heeft nooit de benodigde ruimte gekregen. “
Het gaat bij de inzet van AI ook niet om de technologie op zich: “De landen waar nieuwe technologie snel in services kan wordt omgezet hebben een voorsprong. Het gaat er dus niet om dat bedrijven ‘iets’ met AI gaan doen, maar dat er een infrastructuur ontstaat die AI mogelijk maakt. Duitsland is een land dat het ziet. Maar voor Nederland blijft het iets dat ver weg is. Het idee is dat AI alleen technologie is, dat je het ergens kunt kopen. De connectie tussen diensteneconomie en connectiviteit wordt onvoldoende gemaakt.”
Duitsland
Steltman haalt Duitsland als voorbeeld aan omdat ons buurland cloud officieel heeft omarmd als motor voor verdere digitalisering. Cloud is onderdeel van het beleid geworden, bijvoorbeeld als manier voor het MKB om te digitaliseren. Dat heeft Nederland nog niet gedaan. “Nederland heeft op dit moment zelfs nog geen cloud first-strategie. Formeel zijn publieke cloud services zelfs niet eens toegestaan voor de overheid, al wordt het natuurlijk wel gedaan.”
“Officieel geldt nog steeds het beleid van voormalig minister van Justitie Donner, die in 2011 heeft bepaald dat de overheid alleen in een gesloten, private Rijkscloud mag werken. En als je dat doortrekt is dat een belangrijke reden waarom we bijvoorbeeld nu nog steeds geen landelijk, uniform Elektronisch Patiëntendossier hebben. Men is bij dat soort toepassingen nog steeds bang voor de cloud. Maar hoe doe je het anders? Omdat de overheid niet voluit durft te werken met de infrastructuur van anderen zitten veel van die discussies muurvast.”
Paradox
Die terughoudendheid levert een interessante paradox op. “Wat er nu dus gebeurt met het stimuleren van AI door de overheid in deze vorm, is dat ze ongewild de grote technologiebedrijven nog machtiger maken, zonder dat daar enig beleid over is geformuleerd. Het denken over IT bij de overheid blijft nog vaak steken in maatwerk, kopen van software en het draaien daarvan op eigen computers. Wat er tegenwoordig onder IT wordt verstaan, in de clouds van Amerikaanse en Europese bedrijven, staat niet op het netvlies.”
Bij connectiviteit is er op dit moment wel veel aandacht voor 5G. “Dat is terecht, maar tegelijk denken mensen dat met 5G alle connectiviteitsvragen en problemen weer voor jaren zijn opgelost. Maar 5G is uiteindelijk maar een onderdeel van het gehele digitale ecosysteem. Want de data die mobiel wordt gegenereerd moet ergens heen. Dat is naast de wereld van telco’s, de markt van carriers, interconnects, datacenters, hostingbedrijven en glasvezels. Een enorm ecosysteem met honderdduizenden banen en miljarden omzet. Maar dat nieuwe Internet ecosysteem staat ook niet bij de overheid op de agenda. 5G is het panacee, de gedachte is dat de rest ook bij Telco’s hoort. De brede gedachte over het Internet ecosysteem vind je in het beleid niet terug”
Beleid
Volgens Steltman moet er nu beleid worden gemaakt voor het hele digitale ecosysteem. “Dus inclusief erkenning van eigen Europese cloudaanbieders. Duitsland heeft het initiatief genomen voor Gaia-X. Dat is een federatief model waar ook kleine leveranciers mee moeten kunnen doen, ook om AI mogelijk te maken met de basisdiensten van Europese spelers. Het is belangrijk dat we als Nederland mee gaan doen. Steun van het kabinet en ministerie van EZK betekent: zet steviger in op Cloud, en op die digitale service- en platformeconomie. Het aangekondigde fonds voor investeringen in scale-ups is prima, maar het gaat ook om gerichte stimulering van diensten, geld voor participatie in ontwikkelingen van Gaia-X, en het in de hand houden van de enorme stroom van regulering die op digitale aanbieders af dreigt te komen. En ook om te doen wat je zegt: verscheur de brief van Donner uit 2011 en omarm Cloud services. En kom met een brede connectiviteitsvisie die verder gaat dan alleen 5G.”
“Zonder dat beleid gaan de ontwikkelingen ook wel verder, maar gaat het voor Europese spelers een stuk minder hard. Dan zijn het de grote Amerikaanse aanbieders die steeds machtiger worden. Dan regelt de markt het zelf wel, maar waarschijnlijk niet op de manier die goed is voor Nederland en Europa.”