Wie een doos van dertig kilo optilt met de verwachting dat die leeg is, loopt een groot risico op een rugblessure. Andersom, een lege doos tillen met de verkeerde verwachting, is ook niet bevorderlijk voor de gezondheid. Dat geldt voor mensen, maar ook voor robots. Correcte loadplanning was dan ook een van de thema’s in de Master Class die ABB Robotics gisteren organiseerde in Nieuwegein.
“We willen onze kennis over het efficiënt gebruik van onze robots delen, maar hopen ook dat de aanwezige partners onderling in gesprek gaan over best practices en zo de aanwezige kennis delen in deze community”, motiveert Martin van der Have van ABB het organiseren van de Master Class. Samen met zijn collega Mindel van Gijzel ontving hij de technisch onderlegde gasten in het ABB Experience Center in Nieuwegein.
Naast het presenteren van een aantal noviteiten lag de nadruk vooral op het geven van tips and tricks om problemen te voorkomen die in praktijk voor blijken te komen. Op het gebied van robotload werden daarom de diverse componenten besproken die een rol spelen, van payload tot armloads. En zelfs als deze correct zijn ingesteld in de software komt het in praktijk nog wel eens voor dat die parameters niet worden geactiveerd.
Verantwoordelijkheid
Dergelijke tips lijken in eerste instantie details, maar kunnen grote gevolgen hebben. Als door onverwacht snelle slijtage de robot bij een eindgebruiker uitvalt, kan er een ongemakkelijk discussie ontstaan tussen fabrikant, system integrator en eindgebruiker over de verantwoordelijkheid. Het doel van de Master Class is onder meer on dit te voorkomen door een aantal zaken te adresseren die de engineers van ABB in praktijk tegenkomen.
Een van die zaken is een incorrecte montage van de tracks waarop de robot zich beweegt. Ook hier gaat het om schijnbaar minieme details, maar een kleine afwijking in de montage kan uiteindelijk leiden tot versnelde slijtage en mogelijk storingen. Een van de belangrijkste tips, waar veel bedrijven in praktijk toch huiverig voor blijken te zijn, is dan ook om de track na correcte montage vast te lassen aan de vloer of aan goed verankerde vloerplaten.
Hitte
Een ander aspect tenslotte dat aandacht kreeg was heat prediction. Ook hitte is een factor die effect heeft op de levensduur van robots, dus heeft ABB in Robot Studio een algoritme ingebouwd om op de achtergrond, zonder fysieke sensoren, de robot te bewaken. In de software is het ook mogelijk om vooraf te bekijken of een bepaalde belasting niet tot oververhitting leidt. In die software kan dit met eenmaal ingegeven parameters voor verschillende robots bekeken worden.
Dit was tijdens de Master Class gisteren niet de enige software die aandacht kreeg. Ook een aantal geavanceerde functies van Wizard Easy Programming, die het mogelijk maakt met blokken te programmeren, werd gedemonstreerd. Zo is het als onderdeel van de expert-functies onder meer mogelijk zelf blokken te programmeren, die standaard interacteren met RAPID. Wijzigingen worden verwerkt in zowel RAPID als de blokken. Bovendien is deze software geschikt voor alle robots, niet alleen Cobots, mits ze draaien op Omnicore.
Noviteiten
Behalve tips & tricks werden de aanwezigen bijgepraat over een aantal nieuwe aankondigingen. Zo heeft ABB onlangs de IRB67XO gelanceerd, een robotserie die modulair 22 varianten kent voor payloads van 150 tot 310 kilo. Op het gebied van Cobots zijn twee GoFa versies geïntroduceerd, die een gewicht van tien en twaalf kilo kunnen tillen. Omdat ook deze Cobots draaien op RAPID zijn ze inzetbaar als industriële robot.
Ook de vraag naar SCARA-robots blijft bestaan dus op dat gebied heeft ABB een versie ontwikkeld voor twaalf en een voor 22 kilo. Want hoe oud de SCARA-technologie ondertussen ook is, vooral in Azië worden de voordelen van gewicht en snelheid nog steeds gewaardeerd.