Onderzoekers van het LUMC hebben samen met het Karolinska-instituut (Solna, Zweden) een subsidie van €2,5 miljoen verkregen voor onderzoek naar de inzet van AI (Artificial Intelligence)-gedreven e-health bij het vroegtijdig herkennen van Reumatoïde artritis (RA). Met vroegtijdig herkennen is het omkerend behandelen van RA mogelijk. De digitale hulpmiddelen worden door risicogroepen zelf gebruikt om RA op te sporen. De subsidie wordt verleend door EIT Health.
Op dit moment vindt in Nederland nauwelijks identificatie van risicogroepen of vroege symptomen van RA plaats. Terwijl vroegtijdige opsporing van RA belangrijk is voor het ziekteverloop. Als gevolg van medische vooruitgang is gepersonaliseerde preventie voor risicogroepen mogelijk. We begrijpen beter welke symptomen en biologische kenmerken RA indiceren. Bovendien begrijpen we de invloed van leefstijl op RA beter. Vroegtijdige opsporing en behandeling van opkomende RA kan de ziekte terugdringen tot een staat waarin geen medicatie meer nodig is.
Het Zweedse Karolinska-instituut leidt het onderzoek naar de effectiviteit van de kunstmatige intelligentie. In het LUMC wordt de praktische toepassing van de e-health en kunstmatige intelligentie geleid en onderzocht.
Als onderdeel van het onderzoek worden mensen met symptomen in de gelegenheid gesteld om met behulp van e-health de symptomen beter te meten. Met behulp van kunstmatige intelligentie wordt de data uit de e-health geanalyseerd. Met behulp van deze analyse worden deelnemers met een hoog risico op RA geïdentificeerd. Aanvullend wordt de e-health ingezet om een gezonde leefstijl te stimuleren, waarmee het ziektebeloop van RA milder wordt.
“Uiteindelijk willen we de zorg van deze chronische ziekte veranderen. Het huidige vooruitzicht voor patiënten is een lange behandeling, maar bij vroegtijdige opsporing kunnen we de ziekte terugdringen en zelfs medicijn-vrij beperken”, vertelt dr. Rachel Knevel, reumatoloog en hoofdonderzoeker namens het LUMC. “In het LUMC weten we al veel over het implementeren van AI in de zorg. Die kennis kunnen we gebruiken om dit soort trajecten sneller te doorlopen. Een belangrijk voordeel voor ons als onderzoekers, maar ook voor de patiënt.”