Regeringspartijen D66 en het CDA willen online desinformatie onder meer aanpakken door algoritmen beter te reguleren. Dit is eeen van de punten in het Aanvalsplan Desinformatie dat vandaag aan bod zal komen tijdens het Algemeen Overleg Desinformatie en Digitale Inmenging.
Het Aanvalsplan Desinformatie heeft zeven pijlers:
- Maak algoritmes openbaar en inzichtelijk voor de gebruiker. Stel een nationale algoritme-waakhond in en laat toezichthouders kritisch kijken naar de maatschappelijke impact.
- Niet-gepersonaliseerde advertenties moeten de standaard worden.
- Maak de samenleving digitaal vaardiger, door middel van lessen op school en bewustwordingscampagnes.
- Stel een wettelijke zorgplicht in die techreuzen dwingt om duidelijke wetsovertredingen, zoals berichten die haatzaaien, oplichten of misleiden, binnen 24 uur te verwijderen.
- Dwing af dat deepfake-content beter herkenbaar wordt en investeer in deepfake-detectie.
- Leg politieke advertenties aan banden.
- Maak techbedrijven minder machtig door ze bij wetsovertredingen op te knippen of door fusies te verbieden.
Over algoritmen, de ‘onzichtbare hand, zegt het plan:
Allereerst is het nodig de werking van algoritmes bloot te leggen en inzichtelijk te maken. In de strijd tegen desinformatie is het verwijderen van informatie zelf niet voldoende. Het is ook zaak te reguleren hoe informatie ons bereikt. Met inzichtelijke algoritmes wordt duidelijk waarom een algoritme bepaalde beslissingen maakt, op basis van welke gegevens. Op deze manier kan verantwoording worden afgelegd waarom 64% van de mensen die lid wordt van een extremistische Facebook pagina, dit doet op basis van een algoritmische aanbeveling, of waarom sommige gebruikers vaker desinformatie aanbevolen krijgen dan anderen. Zulke uitwassen kunnen dan ook sneller verholpen worden. Het argument dat de algoritmes bedrijfsgeheim zijn gaat voorbij aan de maatschappelijke schade. Een economisch argument moet in verhouding staan tot de sociale gevolgen. Dat is nu niet meer het geval.
Om te weten wat er gebeurt moeten mensen zien dat er een algoritme aan het werk is en waarom het bepaalde informatie voorschotelt. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een leeftijdscategorie, geslacht of specifieke interesse. Dit zou voor alle informatie moeten gelden en zou in plain text kunnen worden aangegeven. Bewustwording onder gebruikers is echter niet voldoende.
Grote platformen weten zelf misschien niet eens waarom het algoritme mensen bepaalde informatie laat zien of een pagina adviseert. Daarom moet de werking van het algoritme door derden controleerbaar zijn. De politiek kan dit zelf doen maar beter is om onafhankelijke toezichthouders op te roepen een gezamenlijk onderzoek doen naar de gevolgen van algoritmes. Dit moet zowel op het gebied van privacy, non-discriminatie, economische rechtvaardigheid als maatschappelijke gevolgen. Onder leiding van D66 heeft de Kamer het kabinet opgeroepen tot het instellen van een algoritme-waakhond, maar zolang die er niet is zullen de Autoriteit Persoonsgegevens, het College voor de Rechten van de Mens, de Autoriteit Consument en Markt en de Rekenkamer een gezamenlijk onderzoek moeten uitvoeren naar de brede maatschappelijke gevolgen van algoritmes en hoe social mediagebruikers te beschermen.