Home Geen categorie CBS: Machine-industrie drijvende kracht achter groei van Nederlandse industrie

CBS: Machine-industrie drijvende kracht achter groei van Nederlandse industrie

door Marco van der Hoeven

De machine-industrie speelt een centrale rol in de ontwikkeling van de Nederlandse economie en heeft zich de afgelopen decennia ontpopt als een motor van industriële groei. Sinds 1990 is de productie in deze sector meer dan vervijfvoudigd, wat aanzienlijk harder is dan de 81 procent groei van de totale industrie in dezelfde periode. Deze vooruitgang weerspiegelt een verschuiving van standaard productiemachines naar hoogwaardige technologieën, zoals geavanceerde systemen voor de halfgeleiderindustrie en medische technologie.

De totale industriële productie in Nederland is sinds 1923 bijna twintig keer hoger geworden, met een gemiddelde jaarlijkse groei van 3 procent. Hoewel de samenstelling van de industrie door de jaren heen is veranderd, vormt de machine-industrie tegenwoordig een onmisbare pijler, vooral dankzij een verdrievoudiging van de productie tussen 2016 en 2023.

In het kader van zijn 125-jarig bestaan besteedt het CBS dit jaar extra aandacht aan historische ontwikkelingen. De CBS-statistieken over de productie van de industrie gaan terug tot 1922. In de jaren twintig en dertig waren vooral industrieën zoals textiel, scheepsbouw en voedselverwerking belangrijk in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog was de wederopbouw een belangrijke factor voor een sterke groei van de industrie. In 1974 was de productie van de industrie meer dan vier keer hoger dan in 1949.

De oliecrises in de jaren zeventig zorgden voor stijgende kosten en een stagnerende productie. Vanaf de jaren tachtig werden een aantal industrieën verplaatst naar landen met lagere loonkosten. Hierdoor begon de industrie steeds meer te focussen op hoogwaardige productie en technieken en trok de groei weer aan. Sinds de eeuwwisseling is de industrie blijven groeien, ondanks de impact van de financiële crisis en de coronapandemie.

Textiel, kleding en leer piekt in jaren zestig

De Nederlandse textiel-, kleding- en lederindustrie kende vanaf de jaren vijftig een bloeiperiode met een sterke groei van de productie. De productie van de kledingindustrie bereikte in 1964 een piek en was toen in tien jaar tijd verdubbeld. Deze industrieën waren vooral gecentreerd in enkele gebieden zoals Tilburg, Waalwijk en Enschede. Vanaf halverwege de jaren zestig begon de productie te krimpen als gevolg van toenemende concurrentie uit landen met lagere loonkosten. In 2023 was de productie van de kleding- en lederindustrie meer dan gehalveerd ten opzichte van de piek in de jaren zestig. De productie van de textielindustrie is in diezelfde periode met een kwart gekrompen.

Vanaf de jaren vijftig kende de tabaksindustrie in Nederland een sterk groeiende productie voor zowel de binnenlandse markt als voor de export. Vanaf de jaren zeventig nam de bewustwording over de gezondheidsrisico’s van roken toe. Dit leidde tot strengere regelgeving, campagnes om de consumptie te verminderen, en hogere accijnzen. Hierdoor kromp de productie van de tabaksindustrie sterk in de jaren daarna. Tegenwoordig ligt de productie van deze industrie 97 procent lager dan tijdens de piek in 1973.

Machine-industrie

Sinds 1990 is de productie van de machine-industrie meer dan vervijfvoudigd. Daarmee is deze een stuk harder gegroeid dan de industrie als geheel, die in dezelfde periode met 81 procent is gegroeid. Aanvankelijk draaide de sector vooral om standaard productiemachines, maar inmiddels is deze steeds meer gespecialiseerd in geavanceerde machines voor sectoren als de halfgeleiderindustrie en medische technologie. Vooral tussen 2016 en 2023 is de machine-industrie sterk gegroeid, meer dan een verdrievoudiging van de productie.

Minder mensen werkzaam in de industrie

Honderd jaar geleden werkte 28 procent van de werkzame beroepsbevolking in de industrie. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog groeide dat door tot een piek in 1960, toen een derde van de werkzame beroepsbevolking actief was in de industrie. In de decennia daarna daalde het aandeel steeds verder. In 2023 was iets meer dan 8 procent van de werkzame beroepsbevolking actief in de industrie. Ook in absolute aantallen lag het aantal industriële banen in 2023 lager dan tijdens de piek van 1960. De groei van arbeidsproductiviteit heeft ervoor gezorgd dat de productie van de industrie in deze periode is blijven groeien.

Misschien vind je deze berichten ook interessant