Tussen 2018 en 2020 verplaatsten ongeveer 500 bedrijven in Nederland één of meerdere bedrijfsonderdelen naar het buitenland. Dat is minder dan in de periode 2014-2016. De meeste verplaatsingen waren naar andere landen binnen de EU, gevolgd door India. Er werd vooral productie en administratie verplaatst, maar in toenemende mate ook research en development (R&D) en ICT-activiteiten.
Dit meldt het CBS op basis van nieuw onderzoek.Voor het onderzoek zijn alleen bedrijven met 50 of meer werkzame personen in de business economy en financiële instellingen geënquêteerd. Tussen 2018 en 2020 verplaatste 4,2 procent van deze bedrijven één of meerdere bedrijfsonderdelen naar het buitenland, dat is iets minder dan de 6 procent in 2014-2016. Het vaakst werden activiteiten in de administratie en het management verplaatst. Ruim 42 procent van de verplaatsende bedrijven verlegde deze activiteiten naar het buitenland. Ook banen in de productie van goederen en materialen (37 procent) en de marketing, de verkoop van diensten en after sales (34 procent) werden vaak verhuisd.
Vaker ICT en R&D verplaatst
Tussen 2018 en 2020 werden de bedrijfsonderdelen R&D en ICT vaker verplaatst vergeleken met eerder onderzoek naar bedrijfsverplaatsingen sinds begin 2000. Toendertijd werden juist vaak productieactiviteiten in de industrie geoutsourced. Er waren ten opzichte van 2014-2016 22 procent méér bedrijven die ICT-onderdelen naar het buitenland verplaatsten, en het aantal bedrijven dat R&D-activiteiten naar het buitenland verplaatste was zelfs ruim 3 keer zo hoog.
Bedrijven kunnen één of meerdere activiteiten verplaatsen, naar één of meerdere bestemmingen. Van de bedrijven die activiteiten verhuisden had 81 procent de EU als een van de bestemmingen. India was de op één na belangrijkste bestemming. Ruim 20 procent van de bedrijven verplaatste één of meerdere activiteiten naar India, en dan met name administratieve en ICT-functies.
Loonkosten veelgenoemde reden
De meest voorkomende reden voor het verplaatsen van bedrijfsonderdelen is een strategisch besluit van het moederbedrijf. Ook besparingen op loonkosten en andere kosten zijn vaak genoemde redenen voor bedrijven om banen te verplaatsen. In 2014-2016 was dit eveneens een van de belangrijkste redenen. Naast kostenbesparingen, is ook een tekort aan geschikt personeel een belangrijke reden voor verplaatsing. Coronagerelateerde effecten daarentegen, werden weinig genoemd als reden voor de verplaatsing van activiteiten. Dit kan echter te maken hebben met de onderzochte periode (2018-2020), toen de coronacrisis nog in een vroeg stadium was.
Industrie verplaatste relatief vaak activiteiten
Bedrijven in de industrie verplaatsten relatief vaak bedrijfsonderdelen. Bijna 7 procent van de bedrijven in die sector hebben in de onderzochte periode activiteiten naar het buitenland verlegd. Binnen de delfstoffenwinning, energie, water, afvalbeheer en bouwnijverheid waren juist weinig verplaatsingen. Slechts 1 procent van de bedrijven in die sectoren had in de onderzochte periode activiteiten verplaatst.