Bestuurders van grote Nederlandse bedrijven verwachten in toenemende mate dat kunstmatige intelligentie (ook wel Artificial Intelligence of AI) banen gaat vervangen. Waar vorig jaar nog slechts 6% dit voorzag, is dat nu 19%. Met name functies in de R&D, klantenservice en IT-afdelingen worden volgens hen getroffen. Ondanks deze zorgpunten zijn de topmanagers optimistischer over de vooruitzichten voor het eigen bedrijf voor 2025. Maar liefst 90% is (zeer) optimistisch, vergeleken met 85% vorig jaar. Dit blijkt uit het jaarlijkse CEO-onderzoek van ING onder 263 bestuurders van grote Nederlandse (beursgenoteerde) bedrijven naar hun strategische prioriteiten.
De ondervraagde topbestuurders vinden de toenemende inzet van AI de grootste zorg, maar ze zien daarin tegelijk ook een kans voor versnelling van innovatie. Andere zorgen zijn oplopende kosten, mede door de impact van hoge energieprijzen, maar ook de ontwikkelingen op de financiële markten. De belangrijkste strategische korte- en lange termijn prioriteit is het inspelen op duurzaamheid en klimaat. 83% zegt te gaan versnellen op het gebied van duurzaamheid, waarbij het ontwikkelen van duurzame producten of diensten de belangrijkste manier is om dit te doen.
Mark Milders, Directeur Wholesale Banking bij ING Nederland: “Ondanks de toegenomen zorgen over AI, kijken Nederlandse topbestuurders met optimisme naar 2025. Dit komt onder meer door de positieve impact die men verwacht van de verkiezingswinst van Donald Trump en het optimisme over het kabinetsbeleid in Nederland. De lijst van prioriteiten is divers zo zien we, want waar het vasthouden van talent een grote prioriteit is, net als de klimaattransitie, is ook het reorganiseren om kosten te verlagen een belangrijke focus.”
Zorg over toename impact van AI
Wat opvalt is dat veel meer bestuurders verwachten dat AI banen gaat vervangen dan een jaar geleden: 19% zegt dat dit zeker zal gebeuren tegenover 6% vorig jaar en 54% zegt dat dat dit misschien gaat gebeuren, vergeleken met 39% in het vorige onderzoek. De afdelingen R&D, klantenservice, IT, human resources en productie ondervinden de grootste impact, aldus de bestuurders. De ontwikkelingen rond AI zijn ook terug te vinden in de prioriteiten rond innovatie. In 2025 verwacht 85% een versnelling van innovatie, wat vergelijkbaar is met 86% vorig jaar. Innovatie op het gebied van AI staat nu op nummer één waar het vorig jaar als derde op de lijst stond.
Geopolitiek minder belangrijk
Opmerkelijk is ook dat de zorg over geopolitieke spanningen en veiligheid is afgenomen en zelfs uit de top 10 is gezakt. Het omgaan met hoge energieprijzen, de ontwikkelingen op de financiële markten, het monetair beleid en de invloed van hoge inflatie en veranderende regulering, staan voor komend jaar in de top 5 van grootste zorgen van bestuurders. De managers die de geopolitiek wel noemen als zorgenpunt wijzen vooral naar de grotere kans op stijgende energieprijzen, inflatie en rente en het risico voor de veiligheidssituatie in Europa. Belangrijkste financiële uitdagingen voor de topmanagers zijn omgaan met hogere rentelasten, het op peil houden van liquiditeit, de balans verkleinen, vreemd vermogen aantrekken en het terugbetalen van uitgestelde belastingen.
Geen zorgen over Trump
De verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten baart de managers geen zorgen. Integendeel. Een grote meerderheid (78%) is (zeer) optimistisch over de gevolgen van het nieuwe presidentschap van Trump voor hun bedrijf en 74% zegt dat dit (zeer) gunstig zal zijn voor Nederland. De zorgen die zij hebben over zijn winst zijn de grotere kans op een handelsoorlog (28%), de mogelijk stijgende inflatie en hogere rente (27%) en de impact op de euro-dollarkoers en stijgende grondstofprijzen door een hogere dollar (24%). Op de laatste plaats wordt pas de zorg op lagere afzet- en omzetcijfers genoemd (10%).
Mark Milders: “Opvallend is het grote optimisme onder Nederlandse bestuurders over de herverkiezing van Trump. Men verwacht dat er onder Trump meer economische stabiliteit ontstaat en er kansen komen voor Nederlandse bedrijven door duidelijker internationale regelgeving. Dit optimisme staat enigszins haaks op hun belangrijkste zorg over Trump 2.0 dat de kans op handelsoorlogen vergroot is als ook de kans op stijgende inflatie, rente en een sterkere dollar. Dit zou, als het uitkomt, komen op een moment dat ook 87% van de bestuurders aangeeft een grotere concurrentiedruk uit China te ervaren. Wellicht is de duidelijkheid die de verkiezingsuitslag brengt belangrijker.”
Prioriteiten voor Nederlandse kabinet
De managers zijn ook optimistisch (76%) dat het beleid van het Nederlandse kabinet positief zal zijn voor hun bedrijf in de komende jaren. 78% verwacht zelfs dat dit beleid een (zeer) positieve invloed zal hebben op het ondernemingsklimaat in Nederland. Het zorgen voor een goed vestigingsklimaat wordt door 15% benoemd als grootste prioriteit voor het kabinet, terwijl 11% het zeker stellen van de concurrentiepositie en een betere infrastructuur voor werknemers noemt. De energietransitie telt voor 10% als grootste prioriteit voor Den Haag en een beter expatklimaat is voor slechts 8% een prioriteit. Beleid op het gebied van migratie, klimaatverandering, krapte op de woningmarkt en het stikstofbeleid hebben nog minder prioriteit volgens de topmanagers.
Impact klimaatrisico op financiering
De klimaattransitie van het bedrijf heeft invloed op de kapitaalmarkt- en bankfinanciering, omdat financiële instellingen aan toezichthouders moeten gaan rapporteren over de klimaattransitie van hun zakelijke klanten. Van de topbestuurders verwacht 49% dat ze moeilijker aan financiering kunnen komen en dat hun klimaatrisico een impact zal hebben op het tarief. Zo’n 29% merkt nu al dat het klimaatrisico hun financieringstarief beïnvloedt. Dat banken in toenemende mate ESG-criteria hanteren bij het toekennen van een financiering om de verduurzaming bij klanten te stimuleren vindt een grote meerderheid (84%) van de topmanagers prima.
Mark Milders: “Wij willen als bank bedrijven helpen met hun transitie, door deze te financieren tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. Daarbij kijken we met onze klanten naar een voor hun sector uitgewerkt transitie pad, vastgesteld op basis van wetenschappelijke inzichten. Als bedrijven echter te weinig voortgang in de transitie maken, dan wordt het financieringsrisico op termijn groter. Met als gevolg dat investeren op termijn duurder wordt.”
Mark Milders vervolgt: “Terwijl bestuurders duidelijk flink gas willen geven op verduurzaming, blijkt het voor meer dan de helft nog een uitdaging dat te vertalen in een uitgewerkt stappenplan voor de transformatie naar een duurzaam bedrijf. En hoe de investeringen worden terugverdiend. Wij zien dit ook terug in de toenemende vraag van ondernemingen om hen bij te staan in transitiefinancieringen en advies.”
De uitdaging om te komen tot een dergelijk uitgewerkt stappenplan, vertaalt zich ook in de bedrijfsrapportage als het gaat om het klimaattransitieplan dat bedrijven moeten opstellen in het kader van de CSRD-verslaggevingsregels. 48% zegt klaar te zijn of in een vergevorderde fase, maar 52% is in de beginfase of moet nog starten met het plan.