28 procent van de werkenden in Europa en Noord-Amerika vreest voor baanverlies als gevolg van de toenemende inzet van kunstmatige intelligentie (AI) op de werkvloer. Dit blijkt uit een IDC InfoBrief, The Path to AI Everywhere: Exploring the Human Challenges. Het rapport, uitgebracht door Unit4, is gebaseerd op uitgebreide data-analyse en expertinterviews, waarbij onder meer meer dan 1.250 werknemers in Europa en Noord-Amerika werden bevraagd.
In de Benelux-regio verwachten werknemers minder impact van AI op hun huidige functies in vergelijking met hun collega’s wereldwijd. Terwijl wereldwijd 78 procent van de respondenten aangeeft dat ze verwachten dat minstens één van hun taken binnen de komende twee jaar geautomatiseerd zal zijn door AI, denkt 55 procent van de werknemers in de Benelux dat AI een zekere invloed zal hebben op hun functie.
Wat het huidige gebruik van AI-tools betreft, blijkt 42 procent van de werkenden in de Benelux momenteel gebruik te maken van generatieve AI-assistenten, zoals ChatGPT of Gemini, of overweegt deze in de nabije toekomst te gaan gebruiken.
Over de invloed van AI op de werknemerservaring heerst echter enige scepsis. In de Benelux denkt slechts 37 procent van de werknemers dat automatisering van hun taken hun werkervaring positief zal beïnvloeden. AI wordt vaak gepresenteerd als een manier om repetitieve taken te verlichten, wat het werkplezier en de productiviteit zou kunnen verhogen. Toch blijft er twijfel bestaan over de mate waarin deze technologie daadwerkelijk bijdraagt aan een verbeterde werknemerservaring.
Claus Jepsen, Chief Product en Technology Officer bij Unit4, benadrukt dat het cruciaal is voor organisaties om na te denken over hoe AI op een zinvolle manier kan worden ingezet, waarbij medewerkers zich niet bedreigd voelen door de technologie. “AI kan niet alles overnemen,” zegt Jepsen. “Menselijk handelen en denken blijven essentieel. Bij Unit4 hebben we een AI-DNA ontwikkeld dat pragmatische adoptie stimuleert, met de nadruk op de rol van onze medewerkers in dit proces.”