Investeringen in technologie gaan steeds sneller dan het ‘standaard boodschappenlijstje’ van cloud, geavanceerde analyse, IoT en kunstmatige intelligentie/machine learning (AI/ML). Naast deze basistechnologieën, waarvan de overgrote meerderheid van de respondenten (80%) zegt ze te hebben ingevoerd of van plan te zijn in te voeren, is er een groeiende vraag naar opkomende technologieënals quantumcomputing, blockchain en robotica. Dit blijkt uit The Future-Ready Business Benchmark, van Cognizant.
Dit onderzoek onder managers in acht sectoren en tien landen is bedoeld om inzicht te krijgen in de stand van zaken van de moderne organisatie. Ook belicht het de manier waarop managers zich voorbereiden op lange termijn succes in een post-pandemische wereld. Het onderzoek identificeert drie essentiële zaken waaraan managers prioriteit moeten geven om een toekomstbestendige organisatie te creëren: 1) het volledig benutten van de voordelen van versnelde invoering van technologie, 2) het herzien van personeelsstrategieën en 3) het dichten van de kloof tussen denken en doen met het oog op de groeiende uitdagingen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG).
“Veerkracht is de nieuwe must-have capaciteit voor elke organisatie die wil slagen in deze tijd van toenemende concurrentie, steeds snellere digitale technologie en onvoorspelbare wereldwijde gebeurtenissen”, zegt Euan Davis, Head of Cognizant Research. “Om als modern bedrijf te slagen, moeten managers op alles voorbereid zijn, en prioriteiten stellen is de sleutel wanneer alles even belangrijk lijkt. We hebben aangetoond dat slimme investeringen in technologie, aandacht voor het ontwikkelen van talent met nieuwe vaardigheden, en het implementeren van en handelen naar een ESG-agenda kernelementen van focus zijn waarop leiders kunnen bouwen. Succesvolle managers bouwen aan toekomstbestendige, veerkrachtige bedrijven door ervoor te zorgen dat hun organisaties leren, zich aanpassen en voortdurend ontwikkelen.”
Economist Impact heeft in opdracht van Cognizant onderzoek gedaan onder 2.000 senior executives in tien landen in Noord-Amerika, Europa en Azië-Pacific om hun bedrijven te beoordelen en te vergelijken aan de hand van diverse meetcriteria.
De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek zijn onder meer:
- Ruim 90 procent van de respondenten geeft aan dat het een strategische prioriteit is om een data gestuurde aanpak te hanteren en een digital-first bedrijfsmodel te creëren. Hierbij geeft 37 procent van de ondervraagden aan dat beide vereisten, samen met het belang om de activiteiten af te stemmen op deze nieuwe manieren van werken, ‘bedrijfskritisch’ zijn.
- Investeringen in technologie gaan steeds sneller dan het standaard boodschappenlijstje van cloud, geavanceerde analyse, IoT en kunstmatige intelligentie/machine learning (AI/ML). Zélfs terwijl respondenten zeggen dat ze nog niet de volledige waarde van bestaande investeringen realiseren. Naast deze basistechnologieën, waarvan de overgrote meerderheid van de respondenten (80%) zegt ze te hebben ingevoerd of van plan te zijn in te voeren, is er een groeiende vraag naar opkomende technologieën. Meer dan 60 procent van de respondenten zegt namelijk dat ze van plan zijn quantumcomputing, blockchain en robotica in te voeren of dat al doen.
- Strategieën voor personeels- en talentbeheer moeten grondig worden herzien om werknemers voor te bereiden op nieuwe manieren van werken. Bijna de helft van de respondenten (46%) erkent dat ze niet beschikken over het talent dat nodig is om gebruik te maken van geavanceerde technologieën. Op de vraag naar de grootste hindernissen bij de invoering van nieuwe processen, producten, diensten en technologieën in de afgelopen 12 maanden, waren de twee belangrijkste uitdagingen personeelsgerelateerd: een gebrek aan goed opgeleid personeel en een chronisch gebrek aan aandacht voor het voorbereiden van werknemers op de nieuwe manieren van werken. Slechts een derde (33%) van de respondenten maakt bijvoorbeeld gebruik van data om de opleidingsbehoeften in kaart te brengen en talent aan te trekken.
- De weerbaarheid van bedrijven die ESG als belangrijk bestempelen, maar geen actie ondernemen om ESG in de hele organisatie te implementeren, is in gevaar. Negen op de tien beleidsmakers erkent dat aandacht voor ESG-kwesties een belangrijk aspect is van een modern bedrijf. Er is echter een grote kloof tussen erkenning en actie, met slechts 31 procent die personeel en middelen aan ESG wijdt, en slechts 35 procent die ESG in de bedrijfsstrategie integreert. Een kleine meerderheid (54%) zegt specifieke milieudoelstellingen vast te stellen en daar actie op te ondernemen, terwijl slechts 44 procent momenteel de sociale impact meet.
“Veel bedrijven hebben momenteel al moeite om zich voor te bereiden op volgende maand, laat staan op de komende jaren”, aldus Vaibhav Sahgal, Principal bij Economist Impact. “Bedrijven die de principes van toekomstbestendigheid uit onze Future-Ready Business Benchmark daadwerkelijk implementeren in de dagelijkse productie, zullen hun concurrentievoordeel behouden en uitbreiden. Onze data bevestigen dat het bijzonder moeilijk is om op dit gebied vooruitgang te boeken wanneer organisaties worstelen met verschillende prioriteiten. Onze leidraad is te beginnen waar de kloven het grootst zijn en de focus op mensen te verscherpen; de benchmark biedt concrete handvatten voor bedrijven in alle landen en sectoren. Als bedrijven de aanhoudende instabiliteit niet omarmen en geen prioriteit geven aan bedrijfsplannen en investeringen, lopen zij het risico niet langer relevant te zijn.”